Philine Janssens, Belgiës eerste intimiteitscoördinator: “Ik ben geen gendarme op de set”

Films | Op het filmfestival van Gent kwam Philine Janssens dit jaar wat meer duiding geven bij haar job. Ze is de eerste en voorlopig enige intimiteitscoördinator van ons land en staat op een filmset dus in voor het respecteren van ieders grenzen bij het opnemen van intieme scènes. “Ik hoop dat scenaristen niet bang worden om zo’n scènes te schrijven”, zegt ze in een interview met Pickx. “Schrijf ze, en we vinden wel een manier om het te filmen.”

Door Pickx

Deel dit nieuws

Veel mensen hebben nog geen idee wat een intimiteitscoördinator doet, en veel mensen die er wel al over hebben gehoord, hebben er hun eigen mening over. Maar hoe omschrijf je de job zelf?

Philine Janssens: “Ik vergelijk het altijd met een stuntcoördinator. Voor een deel gaat het over choreografie: wie doet wat met wie, welke bewegingen komen daaraan te pas … Een ander deel gaat over de vraag: hoe doen we dat op een veilige manier? Een stuntcoördinator zorgt dat niemand naar huis gaat met blauwe plekken of gekneusde ribben, ik zorg dat er oog is voor het emotionele welzijn. Dat is de missie.”

De grenzen van elke acteur liggen anders en alles hangt daarnaast nog eens af van project tot project. Hoe pak je het aan om je constant aan te passen?

 Philine: “De eerste stap is altijd om het scenario te lezen en met de regisseur te praten. Ik moet weten hoe expliciet die het wil, wat de look and feel is, wat er in beeld komt en wat niet … Veel intieme scènes suggereren bijvoorbeeld wel iets, maar zijn daarom niet per se onthullend. Eens ik dat weet, praat ik met de acteurs over wat zij willen. Zelfs als ik al eerder met hen heb gewerkt, begin ik weer van nul, want toestemming is voor elk project anders. We moeten telkens alles kunnen benoemen en transparantie vragen van het productiehuis en de regisseurs, zodat het duidelijk is wat ze willen. En zelfs als het scenario eigenlijk al afgeklopt is, kan er op de set nog heel wat veranderen. Dat is positief, want zo worden pistes open gehouden en kan een acteur een personage nog neerzetten hoe die dat wil, maar ook dan moeten we er eerlijk over kunnen praten. Als alles benoemd en duidelijk is, zijn we al een beetje zekerder dat het welzijn van de acteurs bewaakt wordt.”

Je beroep is nieuw en gaat gepaard met een mentaliteitswijziging. Heb je al eens het gevoel gehad dat je minder welkom bent op een set?

Philine: “Ik heb dat wel al aangevoeld in eerste gesprekken met een regisseur, bijvoorbeeld. De meeste productiehuizen die met mij in zee gaan, zijn heel vriendelijk. Ze zitten met vragen over bepaalde scènes en verwijzen me dus door naar de regisseur. In de eerste twee minuten dat ik met die regisseur bel, kan ik soms het gevoel krijgen dat ze nog niet helemaal mee zijn met wat ik doe. Maar dan steek ik van wal. Wat wil je doen? Wat moet er bloot? Hoe werkt de scène? Komen ze klaar? Ik ben heel recht op de man af, en dan is het ijs heel snel gebroken. Zo begrijpen ze dat ik geen gendarme ben op de set die komt zeggen wat ze wel en niet mogen doen. Ik kom wel vragen wat ze willen, wat ik voor hen kan betekenen en waarom het belangrijk is om het verhaal op een bepaalde manier neer te zetten. En dan begint het pingpongen tussen de acteurs en regisseur. Natuurlijk praten ze ook rechtstreeks met elkaar over die scènes, maar bij mij gaat het over heel praktische dingen. Ik bouw een vertrouwensrelatie op met de acteurs en dat maakt het veel makkelijker om te werken. Samen kunnen we een vijftal manieren bedenken om elk verhaal verteld te krijgen, en daar is een regisseur meestal heel dankbaar voor.”

“Vaak kennen acteurs en regisseurs elkaar al een hele tijd. Ze komen elkaar vaak tegen op sets en werken dan soms tot zes maanden samen. Dat maakt het soms moeilijk voor een regisseur om te zeggen dat een acteur bijvoorbeeld wat luider mag klaarkomen. Maar als ik het als tussenpersoon vraag, gaat het veel vlotter.”

Hoe ben je in deze job gerold?

Philine: “Ik heb heel mijn leven gedanst. Ik heb twee masters behaald, in choreografie en in screendance. Dat laatste deed ik omdat ik naast mijn danscarrière ook in de filmwereld wilde werken. Zo ben ik als pas afgestudeerde choreografe ook beginnen werken als stunt- en bewegingscoach voor acteurs. Eigenlijk deed ik deze job al voor er een concrete naam voor bestond.”

Was je als danser en choreograaf ook al de persoon die makkelijk grenzen stelde en mondig was als er een grens overschreden werd?

Philine: “Eigenlijk niet, nee. Maar ik besef nu wel dat het niet slecht was geweest als er iemand bij was geweest die ons kon helpen om dingen te benoemen. Maar dat was nu eenmaal eigen aan onze generatie: we waren als danser of acteurs uitvoerende performers, en als wij het niet deden, zou een ander het wel doen. Ik heb geen traumatische ervaringen gehad en ik zit niet met wroeging, dat is niet mijn motivatie. Die is altijd puur artistiek geweest. Maar de #MeToo is jammer genoeg een feit. Ook in de audiovisuele sector werd er dit jaar een actieplan tegen grensoverschrijdend gedrag uitgeschreven. Inzetten op intimiteitscoördinatie is daar een onderdeel van en daarom ben ik dit najaar, samen met de filmsector en mediarte, een toolkit beginnen uitschrijven met richtlijnen voor hoe we dat best aanpakken.”

“In de Verenigde Staten is een intimiteitscoördinator tegenwoordig verplicht op elke set, maar België is Amerika niet. Dus zijn we aan het nadenken over hoe we de Amerikaanse werking kunnen vertalen voor onze sector. Hier is er nog geen verplichting, maar we willen toch die mentaliteitswijziging al opstarten. Dat actieplan is waar de talk op Film Fest Gent over gaat.”

Wat houdt dat precies in?

Philine: “Het begint met een sensibiliseringscampagne naar acteurs, regisseurs en de rest van de sector toe, om het beroep op de kaart te zetten. We moeten er ook een kader rond creëren, zodat niet iedereen zichzelf zomaar intimiteitscoördinator kan noemen. Daar zijn in Engeland momenteel veel problemen mee. In het begin knok je om te zorgen dat iedereen weet dat het bestaat en eens het zover is, beweert iedereen intimiteitscoördinator te zijn. Dan moet je weer knokken, want als incapabele mensen het doen, heb je een probleem. Een officiële erkenning van het beroep is dus nodig, gepaard aan een certificaat. In de Verenigde Staten kan je een opleiding van vier jaar volgen, maar als Europeaan is het heel duur en onpraktisch om die te volgen, dus moeten we ook hier een cursus uitschrijven.”

Kijk wat je leuk vindt, waar en wanneer je wilt.

Ontdek Pickx Inloggen

Top

Top