Made in Belgium

Nieuws | Deze wagens zijn van Belgische makelij...

Door Pickx

Deel dit nieuws

België was in het begin van de vorige eeuw een van de belangrijkste automobielconstructeurs van Europa. Merken als Minerva en Imperia konden overal ter wereld op veel bijval rekenen. Na de tweede wereldoorlog konden de Belgische fabrikanten de concurrentie echter niet meer aan en moesten ze terugvallen op assemblage. Ford, Opel, VW en Volvo zijn vandaag nog de enige aanwezige autobouwers op ons grondgebied. Een overzicht van de geschiedenis van de Belgische automobielindustrie...

De gloriedagen

De Belgische productie kende zijn gloriedagen voor de eerste Wereldoorlog. De nationale merken gingen indertijd zelfs de concurrentie aan met de meest prestigieuze internationale autobouwers. Dankzij de vroege industrialisering kwam België al snel in het avontuur van de automobielproductie terecht. In 1894 rolde de Vincke, de eerste wagen die in België op de markt kwam, van de band in een Mechels treinwagonatelier.

1900-1914 : het gouden tijdperk

Talrijke merken fabriceerden auto's en motors van uitstekende kwaliteit, tegen concurrentiële prijzen. Ze kenden trouwens ook veel succes in het buitenland en zelfs driekwart van de wagens die in België ontworpen en gemaakt werden volgden de weg van de export. De belangrijkste merken waren het bekendste Belgische merk Minerva, opgericht door Sylvain de Jong, FN, Imperia en Miesse.

De schok van de Grote Oorlog

In 1914 stond België op de eerste rij van de internationale automobielconstructie. Maar de oorlog maakte aan deze ontwikkeling een einde met de stopzetting van de "vrije markt" en het feit dat verschillende landen, vlak na de oorlog, protectionistische economische maatregelen namen. Minerva bleef evenwel een belangrijke rol spelen als groot merk. FN, Excelsior en Imperia legden zich toe op grondig uitgewerkte wagens die echt aansloegen, Pipe legde zich uitsluitend toe op vrachtwagens

Jaren 30 : het verval

In de meeste landen kenmerkte een belangrijke technische nieuwigheid het begin van de jaren dertig : de onafhankelijke wielophanging, voorwielaandrijving en een volledig stalen koetswerk maakten hun opwachting. Maar de Belgische industrie werd zwaar getroffen door de economische crisis en beschikte niet over de nodige financiële middelen om het tegen die vernieuwingen op te nemen.

Het einde van de originele productie

Tijdens de periode 1930-1940 werd de nationale automobielindustrie stilaan vervangen door een assemblage- nijverheid voor buitenlandse modellen. Wat overbleef was zuivere productie. Imperia was niet in staat zijn modellen te vernieuwen en schafte zich een licentie aan voor de bouw van een uiterst moderne auto : de Adler, een uitstekende Duitse auto met voorwielaandrijving. Zo kon de naam Imperia op mooie wagens blijven verschijnen tot 1940.

Na de oorlog

FN gaf het bouwen van auto's op in 1935, maar bleef met succes zijn uitstekende motorfietsen en gebruikswagens produceren. Wat gebruikswagens betreft bleef België zelfs na de Tweede Wereldoorlog nog uitstekende vrachtwagens en autobussen fabriceren, zoals Brossel, Miesse, FN en de jeeps van Minerva.

Buitenlandse concurrentie

Na de 2de WO konden de Belgische constructeurs geen weerstand meer bieden aan de buitenlandse concurrentie. Maar vanaf 1935 werden er door de regering maatregelen genomen om de assemblage van wagens die in België verkocht werden aan te moedigen. Deze maatregelen werden na de oorlog nog versterkt en de vermindering van de douanerechten op de import van onderdelen zette de meeste autobouwers aan om in België een montagefabriek neer te zetten.

De Gillet Vertigo, de uitzondering...

Als uitstekende motor- en autopiloot nam Tony Gillet deel aan verschillende wedstrijden. Zijn ervaring in sportmechaniek, evenals zijn kwaliteiten als ingenieur liet hem toe zijn eigen koerswagens te gaan bouwen. In 1992 stelde hij zijn prototype Gillet Vertigo voor, hij werd gehomologeerd en twee jaar later op de markt gebracht. Het wereldrecord versnellling van 0 naar 100km/u in 3,266 sec staat trouwens op zijn naam. De laatste nieuwe modellen werden in 2002 en 2004 ontwikkeld.

Vandaag de dag...

In 2007 zorgden de vier constructeurs die nog aanwezig zijn in België samen voor de productie van bijna 800.000 wagens en voorzagen in zowat 17.000 onmiddellijke jobs. De automobielindustrie heeft wel een moeilijk jaar achter de rug. De herstructureringen bij Volkswagen Vorst, Ford Genk en General Motors Belgium hadden hun weerslag op de cijfers en bracht ontslagen met zich mee. "België blijft desalniettemin een automobielland, want het trekt nog steeds nieuwe investeringen en nieuwe modellen aan."

Ford Genk

De eerste wagen die van de assemblageband rolde in 1964 was een Ford Taunus 12M. Met 6050 werknemers is Ford Genk momenteel de grootste automobielfabriek van België. De site van Ford Genk zal in 2008 een totaal van 309.000 voertuigen afleveren, wat 32.000 eenheden meer is dan in 2007.

Modellen die het goed doen!

Het goede nieuws is gelinkt aan het succes van de drie modellen die enkel in Genk gemaakt worden: de Galaxy, de S-Max en de nieuwe Mondeo. De vier onderaannemers die voor het bedrijf werken stellen 7.550 mensen tewerk.

General Motors Belgium

Slecht jaar voor Opel Antwerpen. De Belgische site werd niet weerhouden voor de productie van de nieuwe generatie van de Opel Astra, vanaf 2010. Een beslissing die overeenkwam met de afvloeiing van 1.400 plaatsen. Opel produceerde evenwel 196.000 wagens in 2007. De Opel Astra, die voorheen in deze fabriek gemaakt werd, zal voortaan van de band rollen in Duitsland (Bochum), in Groot-Brittannië (Ellesmere Port), in Polen (Gliwice) en in Zweden (Trollhattan), waar vroeger de Saab werd gemaakt.

Opel Antwerpen heeft garanties

De directie van GM Europa heeft zich geëngageerd opdat de Antwerpse fabriek toch twee modellen zou mogen maken, waardoor de totale capaciteit ineens op 120.000 voertuigen per jaar zou komen te liggen. Er zou zelfs sprake kunnen zijn van een derde model met een productie gaande van 30.000 tot 60.000 extra wagens. Ondertussen blijft Opel alle Astra modellen maken voor Opel in Europa, Vauxhall in Groot-Brittannië, Holden in Australië, Chevrolet in Zuid-Amerika en, sinds eind 2007, Saturn in de VS.

Volvo Cars

Volvo, dat zijn site in Gent heeft, stelt vandaag iets minder dan 45.000 mensen tewerk, hetzij een daling van 10% in twee jaar tijd en produceert jaarlijks 240.000 wagens. Maar ook goed nieuws, want Volvo Cars heeft zopas de bevestiging gekregen dat het de assemblage mag verzorgen voor de nieuwe XC60 in 2008.

Volvo Europa Truck

De Volvo Europa Truck fabriek in Gent produceert jaarlijks meer dan 35.000 vrachtwagens. Ze is daarmee de belangrijkste assemblagefabriek van vrachtwagens van Volvo Trucks in Europa : het volledige Europese gamma van Volvo wordt er gemaakt (met uitzondering van de FH16) en het middelste gamma wordt er in exclusiviteit geproduceerd voor de hele wereld. Volvo assembleert in België vrachtwagens sinds 1964.

VW verliest de Golf

Als gevolg van de beslissing om de productie van de Golf in België stop te zetten, verlieten zowat 3.270 werknemers het bedrijf tussen april en juni 2007. In 2007 draaide de fabriek met 2.200 werknemers en produceerde 76.000 wagens. De Audi A3 zal ook geleidelijk aan in de Belgische fabriek gemaakt worden, maar dat zal niet ten koste gaan van de Duitse fabrieken, verzelerde Rupert Stadler, de Audibaas. Brussel zal zo de 4de fabrikant worden van autobouwer Audi.

VW/Audi Brussels

Audi Brussels vervangt Volkswagen Vorst en de continuïteit wordt gegarandeerd dankzij de productie van de Audi A1 en A3 vanaf 2009. De Audi A1 is het model dat exclusief in Brussel zal geproduceerd worden vanaf 2010. Het is een klein sportief model waarmee de Duitse autobouwer een jong publiek hoopt aan te trekken. De huidige productieplannen voorzien een volume van 100.000 voertuigen per jaar, maar dat cijfer zou "aanzienlijk hoger kunnen liggen".

België moeit zich met zijn buurlanden

Er bestaat geen zekerheid meer in deze extreem concurrentiële sector, maar Audi en Ford kunnen weer even herademen... tot aan de toekenning van de volgende modellen. Elk nieuw model zorgt voor een concurrentiestrijd met zijn buren en dat zijn onze buurlanden. De fabrieken die een gevaar betekenen voor de Belgische bouwers zijn vooral de Europese sites van Audi, Ford, Opel en Volvo.

Kijk wat je leuk vindt, waar en wanneer je wilt.

Ontdek Pickx Inloggen

Top

Top