Moordaanslagen op staatsleiders

Nieuws | Moordaanslagen op staatsleiders

Door Pickx

Gepubliceerd op 05.05.09

2min

De aanslag op de koninklijke familie in Nederland zorgde voor een schokgolf door het land. Een man boorde zich met zijn auto door de massa waardoor zes mensen het leven lieten. Ook de gefrustreerde dader kwam om het leven. De koninklijke familie werd niet geraakt. In het verleden liep het voor verschillende leiders wel fataal af. Een overzicht.

André Cools (1927-1991)

Waals minister, ex-voorzitter van de PS en burgemeester van Flémalle. André Cools werd neergekogeld op 18 juli 1991 in Cointe. De ware toedracht van de moord is nog altijd niet bekend.

John Fitzgerald Kennedy (1917-1963)

JFK is bijna vijftig jaar na zijn dood nog steeds heel populair in de Verenigde Staten. Kennedy werd verkozen in 1960 en vermoord op 22 november 1963 in Dallas op amper 46-jarige leeftijd. De moord, officieel gepleegd door Lee Harvey Oswald, blijft omringd met mysterie.

Abraham Lincoln (1809-1865)

Abraham Lincoln was de eerste republikeinse president van de Verenigde Staten en de man die de slavernij afschafte. Lincoln werd vermoord door John Wilkes Booth, een acteur die sterk gekant was tegen het idee van Lincoln om de slaven stemrecht toe te kennen.

Franz-Ferdinand van Oostenrijk (1863-1914)

De moord op de Oostenrijkse troonopvolger wordt gezien als de start van de Eerste Wereldoorlog. Franz-Ferdinand werd samen met zijn vrouw vermoord in Sarajevo door een nationalistische student. Daarop verklaarde Oostenrijk-Hongarije de oorlog aan Servië.

Pim Fortuyn (1948 – 2002)

Nederlandse politicus die grote successen haalde met Leefbaar Nederland en Lijst Pim Fortuyn. Zijn standpunten en agressieve manier van debatteren zorgden voor veel voor- en tegenstanders. Vlak voor de verkiezingen werd Fortuyn vermoord in Hilversum door de radicale milieuactivist Volkert van der Graaf.

Sissi (1837-1898)

De keizerin van Oostenrijk en koningin van Hongarije werd in Genève doodgestoken door de Italiaanse anarchist Luigi Lucheni, die eigenlijk van plan was iemand anders te vermoorden en gewoon naam wou maken.

Olof Palme (1927-1986)

De premier van Zweden werd in 1986 vermoord in Stockholm onderweg naar huis na een avondje cinema. Palme was een tegenstander van de oorlog in Vietnam, de apartheid en de verspreiding van kernwapens. De moord werd nooit opgehelderd.

Yitzhak Rabin (1922-1995)

De premier van Israël kreeg in 1994 nog de Nobelprijs voor zijn rol bij de totstandkoming van de Oslo-akkoorden die voor vrede met de Palestijnen moest zorgen. Sommige landgenoten voelden zich verraden door Rabin. In 1995 werd hij vermoord op een plein in Tel Aviv dat nu zijn naam draagt.

Léon Trotski (1879-1940)

Revolutionair Russisch politicus die nog altijd belangrijk is in het linkse gedachtengoed. Na een machtstrijd met Stalin werd hij gedeporteerd in 1929. Uiteindelijk werd hij vermoord door een geheim agent van Stalin in Mexico.

Anwar Sadat (1918-1981)

President van Egypte vanaf 1970 tot aan zijn dood in 1981. Sadat kreeg de Nobelprijs samen met de Israëlische premier Begin voor het ondertekenen van de Camp David akkoorden in 1978. Dat maakte hem meteen ook heel onpopulair in veel Arabische landen. In 1981 werd Sadat neergeschoten tijdens een militaire parade.

Laurent-Désiré Kabila (1939-2001)

Verzetstrijder en tegenstander van Mobutu die in 1997 president werd van Kongo. In 2001 werd Kabila vermoord tijdens een mislukte staatsgreep door een vertrouweling. Zijn zoon volgde hem op en is nu nog president.

Mahatma Gandhi (1869-1948)

De Indische spirituele en politieke leider was de vader van het geweldloos verzet. In 1948 werd hij vermoord door een radicale hindoe. Zijn assen werden uitgestrooid in verschillende rivieren op de wereld.

Benazir Bhutto (1953-2007)

Benazir Bhutto was als dochter van een president de eerste vrouw die aan het hoofd stond van een moslimland. Na jaren van ballingschap werd ze in 2007 vermoord als oppositieleidster vlak voor de verkiezingen.

Martin Luther King (1929-1968)

Burgerrechtenactivist en winnaar van de Nobelprijs voor de vrede. Zijn charismatische en geweldloze strijd voor de gelijke behandeling van zwarten bezorgden hem ook veel tegenstanders. Martin Luther King werd in 1968 vermoord vanop zijn balkon. Zijn dood zorgde voor een nationale golf van rellen.

Julius Caesar (100 v. Chr. – 44 v. Chr.)

Aanslagen op staatsleiders zijn geen modern verschijnsel. Julius Caesar, een van de belangrijkste politieke leiders in de Oudheid werd vermoord in de senaat door Brutus, de zoon van zijn maîtresse.