Mammoets komen weer tot leven

Nieuws | Lopen er hier binnenkort weer reusachtige voorhistorische beesten rond ? Wel als het van Akiri Iritani, een professor aan de unief in het Japanse Kyoto, afhangt. Die beweert namelijk binnen een viertal jaar de wolharige mammoet te kunnen klonen. Dat kan volgens Iritani door een techniek die zijn collega Teruhiko Wakayama ontwikkelde. Die slaagde er in 2008 in een muis te klonen die al zestien jaar dood was.

Door Pickx

Deel dit nieuws

Lopen er hier binnenkort weer reusachtige voorhistorische beesten rond ? Wel als het van Akiri Iritani, een professor aan de unief in het Japanse Kyoto, afhangt. Die beweert namelijk binnen een viertal jaar de wolharige mammoet te kunnen klonen. Dat kan volgens Iritani door een techniek die zijn collega Teruhiko Wakayama ontwikkelde. Die slaagde er in 2008 in een muis te klonen die al zestien jaar dood was.

Afrikaanse olifant als draagmoeder

Iritani vertelde begin dit jaar in de Britse krant The Daily Telegraph dat er een specifieke kloontechniek is waarbij een celkern wordt gewonnen uit bevroren huid- of spiercellen. De vorser zegt dat de eicel kan ingebracht worden bij een Afrikaanse olifant, draagmoeder van dienst dus.

Gezonde mammoet

"Nu de technische problemen zijn overwonnen, hebben we alleen nog maar een goed monster met zacht weefsel van een mammoet nodig", klinkt het. "De slaagskans bij het klonen van vee was lange tijd heel slecht, maar nu zitten we op 30 procent. Ik denk dat we een redelijke kans hebben om binnen vier tot vijf jaar een gezonde mammoet te verwekken", aldus de wetenschapper.

Mammoetfossielen

Iritani zal deze zomer naar Siberië reizen om er in de door de opwarming van de aarde steeds sneller smeltende permafrost zacht weefsel van mammoetfossielen te vinden. Van zodra hij uit het verzamelde materiaal een celkern kan winnen, zou het twee jaar duren vooraleer hij een Afrikaanse olifant kan bevruchten. Daarna moet er nog heel wat geduld uitgeoefend worden, want de draagtijd van een Afrikaanse olifant kan 22 maanden bedragen. Het zal dus nog zeker een goeie vier à vijf jaar duren voor er een klein mammoetje zou kunnen worden geboren.

Big business

Het vinden van een goed, bruikbaar stuk mammoet lijkt wel niet evident, maar de opwarming van ons klimaat steekt daar een handje toe. De jongste jaren is in de Siberische toendra, meer bepaald in het laaggelegen deel van de Kolyma in de Russische autonome republiek Jakoetië, een heuse industrie ontstaan rond fossielen die worden prijsgegeven door de smeltende permafrost. De Jakoeten, een nomadenvolk dat met rendieren door het land trekt, stuiten er voortdurend op beenderen van uitgestorven dieren en ook steeds vaker op erg goed bewaarde karkassen van ondermeer mammoeten.

Handel in beenderen

Naargelang van de kwaliteit ervan krijgen ze tussen de 200 en 4.000 roebel (tussen 5 en 100 euro) per kilo voor beenderen van uitgestorven dieren. Een goed bewaarde en volledige schedel haalt zelfs tot 200.000 roebel (5.000 euro), een bedrag waar een Jakoet normaal twee jaar moet voor werken. Privéverzamelaars hebben al 15.000 euro neergeteld voor één van de enorme slagtanden van een mammoet en klanten, onder wie steeds meer inkopers voor musea in groeilanden in ondermeer Azië, tellen tot 150.000 euro neer voor een volledig skelet.

Baby-mammoet

De regio is bijzonder moeilijk bereikbaar en geïsoleerd, maar de buit is overvloedig en voor wie zijn weg kent op de toendra liggen de fossielen blijkbaar voor het oprapen. Dat geldt ook voor het Jamal-schiereiland, waar de Nenetsen met hun 500.000 rendieren rondtrekken. In mei 2007 stuitte één van de rendierherders er op de overblijfselen van een 40.000 jaar oude baby-mammoet. De herder bewaarde het fossiel van het kalfje een maand buiten aan zijn tent - zolang duurde het voor wetenschappers het konden komen oppikken - en zelfs daarna zag het er onwaarschijnlijk goed bewaard uit. De wetenschappers kochten het mammoetkalfje voor twee sneeuwscooters en een jaarvoorraad eten.

4.000 jaar geleden uitgestorven

De uitgestorven mammoeten zouden zich ongeveer tussen 2,4 en 5,4 miljoen jaar geleden hebben afgesplitst van de voorouders van de Aziatische olifant, terwijl hun gemeenschappelijke voorouder zich ongeveer tussen 4,2 en 9 miljoen jaar geleden heeft afgesplitst van de gemeenschappelijke voorouder met de Afrikaanse olifant. Niet de mens, maar wel een klimaatsverandering ligt aan de basis van het uitsterven van de mammoet. De geleidelijke opwarming deed de mammoet vanaf 14.000 jaar geleden terugtrekken naar Noord-Siberië, waar die ongeveer 4.000 jaar geleden is uitgestorven.

Steenbok

Het is trouwens niet de eerste keer dat een uitgestorven dier zou worden gekloond. In januari 2009 werd een Pyrenese steenbok geboren na een kloonpoging. Het kalfje overleed echter kort na de geboorte aan longproblemen. De wetenschappers gebruikten daarvoor weefsel dat ze uit het oor van het laatste overlevende vrouwtje in 1999 hadden genomen. Ze haalden lichaamscellen uit het weefsel en fuseerden die met eicellen van geiten waar de celkern uit verwijderd was. De embryo's die daaruit ontstonden werden ingebracht in gedomesticeerde geiten, die als surrogaatmoeder dienden. In totaal werden er 285 embryo's ontwikkeld, waarvan er 54 geplaatst bij in totaal twaalf steenbokken en kruisingen tussen steenbokken en gedomesticeerde geiten. Daaruit kwam één succesvolle dracht. En in Australië proberen ze intussen al sinds 2002 de 75 jaar geleden uitgestorven Tasmaanse tijger te klonen, voorlopig zonder resultaat.

Mammut Creation Project

Kan de uitgestorven mammoet tot leven worden gewekt ? Wat is de kans op succes? Al bijna vijftien jaar geleden lanceerden de Japanners het Mammut Creation Project: het idee om een wolharige mammoet terug te klonen, een langharige reus met gekrulde slagtanden. Zijn meest naaste verwant, de Indische olifant, zou als moeder en eiceldonor kunnen optreden. De Japanners willen het liefst intacte zaadcellen van de mammoet gebruiken, die dan moeten versmelten met het eitje van de olifant. Het idee lijkt onrealistisch, maar spreekt te zeer tot de verbeelding om meteen als sciencefiction aan de kant te schuiven.

Twijfelachtig

Het voordeel van de twijfel blijft dus aan Japanse zijde, maar de kans op fatsoenlijk mammoet-dna lijkt voorlopig klein. In de permafrost van de Siberische toendra bederft veel na tienduizend jaar. "Ik mag natuurlijk geen "nooit" zeggen bij wetenschap", zegt John de Vos, hoofdconservator bij het Leidse Naturalis en voorzitter van de Werkgroep Pleistocene Zoogdieren. "Maar tot nu toe zijn alleen kleine fragmentjes van mammoet-dna gevonden. Zulke grote moleculen worden snel verknipt door UV-straling en bacteriën. En stel dat het lukt, waar zou dat beest moeten leven ?"

Mammoetsteppe

Dat leefgebied hoeft misschien geen probleem te zijn. Russische ecologen zijn namelijk al vijftien jaar bezig met het inrichten van een Pleistoceen Park op de toendra in Oost-Siberië, vernoemd naar de ijstijdperiode. De Russen laten in dit reservaat kuddes bizons en paarden los. Deze grazers moeten door flink te grazen en te poepen de toendra omvormen in een grazige steppe. Gras groeit namelijk beter als het begraasd wordt. Die grassteppe staat in de literatuur bekend als mammoetsteppe, omdat dit zijn vroegere leefgebied was. En als de mammoetsteppe terugkeert, dan kan de mammoet niet achterblijven.

Verbouwen

Maar of je een mammoet kunt gaan klonen als al zijn genen bekend zijn, daar heeft Marcus Hofreiter, geneticus bij de Universiteit van Leipzig, zijn twijfels over. Hij beschreef in 2006 in Science de vondst van het gen voor vachtkleur bij mammoeten. "Ik snap niet dat die Japanners ooit met dat idee zijn gekomen", zegt hij. "Siberisch mammoet-dna is te ver bedorven om voor een kloon te gebruiken. Dus moet je genen uit een lichaamscel van een olifant als bouwpakket gebruiken, en richting mammoet 'verbouwen'.

Mammofant

"Het genetische verschil met een olifant bedraagt ongeveer evenveel als dat tussen mens en chimpansee", zegt Hofreiter. "Je moet ongeveer veertig miljoen veranderingen aanbrengen van olifant naar mammoet. Per nieuwe kloon kun je maar een beperkt aantal wijzigingen richting mammoet inplanten zonder dat de kloon mislukt, twintigduizend veranderingen per kloon is een optimistische schatting."
 
De rest is een rekensommetje. De eerste kloon wordt een mammofant, die twintigduizend stapjes dichterbij een mammoet staat. Is de kloon eenmaal ter wereld gekomen, dan duurt het zeker tien jaar voor deze mammofant volwassen is. Die moet dan op haar beurt een aangepaste kloon van zichzelf baren. Om in totaal veertig miljoen genetische aanpassingen door te voeren, ben je pas na tweeduizend generaties klaar. Een zuivere mammoet zou dus pas over twintigduizend jaar ter wereld komen, tijdens een nieuwe ijstijd.

Museum

Zullen we zelf ooit nog oog in oog met een levende mammoet staan ? "We weten al zoveel over de leefwereld van de mammoet, en we hebben zoveel fossiele overblijfselen dat je hem in wetenschappelijke zin tot leven kunt wekken", zegt museumconservator John de Vos. "Dat is een betere manier dan klonen. De mammoet is uitgestorven omdat hij zich niet meer kon aanpassen aan de veranderde wereld, en ook die mammoetsteppe tover je niet zomaar terug." Niet een Pleistoceen Park is dus de plaats voor een mammoet, maar het museum. Of de fossielen daar tot leven komen ? Dat hangt af van de verbeeldingskracht van de bezoeker.

Kijk wat je leuk vindt, waar en wanneer je wilt.

Ontdek Pickx Inloggen

Top

Top