Muhammad Ali: de grootste ooit, op vele vlakken

Cultuur & kennis |

De Amerikaanse regisseur Ken Burns draaide een ambitieuze en prestigieuze documentairereeks over Muhammad Ali, alias Cassius Clay. In acht delen wordt ingezoomd op zowel de sportieve triomfen als het maatschappelijke belang van de in 2016 overleden bokslegende. Op indringende en niets ontziende wijze wordt getoond waarom hij vaak ‘the greatest’ genoemd wordt.

Door Pickx

Deel dit nieuws

Onder meer Sports Illustrated en BBC verkozen hem rond deze eeuwwisseling tot de grootste sportlegende van de 20ste eeuw. Uiteraard zijn er in de eerste plaats de sportieve prestaties van Muhammad Ali. Sowieso het eerste criterium om mondiale erkenning en faam te genieten als sportlegende.

De in Kentucky -het Amerikaanse platteland- geboren Cassius Clay (zoals hij oorspronkelijk heette) behaalde zijn eerste grote triomf in de boksring tijdens de Olympische Spelen van 1960, waar hij -amper 18 jaar oud- een gouden medaille won bij de lichtgewichten. Vier jaar later pakte hij de wereldtitel bij de zwaargewichten in een veelbesproken duel met Sonny Liston. Kort daarna veranderde hij zijn naam naar Muhammad Ali, in dienst van zijn nieuw geloof, de islam. Maar ook om komaf te maken met wat hijzelf zijn ‘slavennaam’ noemt.

Omdat hij in 1966 weigerde zijn legerdienst uit te voeren werd hij verbannen uit de boksring en werden zijn titels afgepakt. Na vier lange jaren van procederen kon hij in 1971 eindelijk zijn comeback maken als profbokser. Hij kampte nog enkele legendarische kampen, zoals die tegen Joe Frazier in de zogeheten Thrilla of Manila en die tegen George Foreman in Kinshasa, de Rumble of the Jungle, die hem telkens een nieuwe wereldtitel bij de zwaargewichten opleverden.

In 1981 besliste Ali om definitief uit de ring te stappen, mede ingegeven door een ziekte die zich steeds meer begon te manifesteren: Parkinson. In totaal bokste Ali 61 kampen, waarvan hij er 56 won (37 met KO). Het leverde hem drie wereldtitels op, maar dat hadden er wellicht meer kunnen zijn indien hij die vijf jaar schorsing niet had opgelopen.

Aparte stijl

Naast zijn onmiskenbare talent als bokser maakte Ali furore met zijn stijl. In de ring, waar hij het moest hebben van snel benenwerk en tactische vondsten -zoals zijn rope-a-dope techniek, waarbij hij een tegenstander bewust veel liet meppen om hem te vermoeien en uiteindelijk met enkele counters uit te tellen-, maar ook daarbuiten, met zijn grote mond en psychologische spelletjes.

Ali was bijzonder mondig en probeerde dikwijls zijn tegenstanders verbaal te overbluffen. Daarbij liet hij zich inspireren door poëzie, literatuur en hiphop. Zijn oneliners waren even raak als zijn vuistslagen. ‘Float like a butterfly, sting like a bee’ als bekendste voorbeeld. Hij introduceerde ook de trash talk in en buiten de ring, door schertsend zijn opponenten uit te dagen. In zijn eerste grote kamp tegen Joe Frazier bijvoorbeeld -op dat moment beschouwd als de beste bokser ooit-, liet hij niet na om hem constant te beledigen. “Frazier is te lelijk en te dom om wereldkampioen te zijn” en “Hij vecht voor het witte establishment, ik voor de zwarte mens in de ghetto’s”. Ook tegen Sonny Liston, bij zijn eerste kamp om de wereldtitel, spaarde hij zijn beledigingen niet: “Hij is een grote, lelijke beer. Hij ruikt zelfs naar een beer. Zodra ik hem verslagen heb, doneer ik hem aan de zoo.”

De strategie achter die grote mond was simpel: het leverde hem ongelooflijk veel publiciteit op. Zowel van voor- als van tegenstanders. Beide waren goed, want ofwel betaalden ze ticketjes om Ali te zien winnen ofwel om hem op zijn smoel te zien krijgen. Kijkcijfers gingen door het dak en door ook bokskampen in de verste uithoeken van de wereld te organiseren -zoals in Manila en Kinshasa- werd de sport meer dan ooit een mondiaal gebeuren. Met dank aan Muhammad Ali.

Maatschappelijke impact

Maar wat Muhammad Ali echt onderscheidde van de meeste sportlegendes is zijn sociaal-maatschappelijke impact. Het begon al met zijn naamsverandering in 1964, net wanneer hij zijn eerste wereldtitel bij de zwaargewichten won. Waarmee hij openlijk de islamitische zaak steunde en tegelijkertijd kritiek leverde op het racisme binnen de Amerikaanse samenleving. Zijn geboortenaam Cassius Clay beschouwde hij als een relikwie uit het slaventijdperk.

Zijn strijd tegen racisme werd zo mogelijk belangrijker dan de vele veldslagen in de boksring. Al vroeg kwam hij in contact met leden van de Black Panther beweging en rekende hij iconen als Malcolm X tot zijn persoonlijke vriendenkring. Hij weigerde zijn legerdienst en veroordeelde openlijk de oorlog in Vietnam, onder andere door te stellen dat hij niets tegen de Viet Cong heeft, want “die hebben me nog nooit een neger genoemd.” Door zijn politieke en maatschappijkritische discours werd Ali al snel zoveel meer dan een bokser, hij werd een boegbeeld van een progressieve burgerbeweging. Tot ver na zijn bokscarrière bleef hij een veelgevraagd spreker in colleges (veelal over raciale kwesties) en bij protestmarsen overal ter wereld, tot in Palestina toe.

Als spoken word artist nam hij ook twee albums op: ‘I Am the Greatest!’ (1963) en ‘The Adventures of Ali and His Gang vs. Mr. Tooth Decay’ (1976). Allebei werden genomineerd voor een Grammy Award. Volgens sommigen mag Ali daarmee zelfs gezien worden als de grondlegger van de rap en hip hop-cultuur, zoals The Guardian ooit claimde.

Ook in zijn privéleven was Muhammad Ali onnavolgbaar. Hij huwde liefst vier keer en zette negen kinderen op de wereld. In zijn latere dagen verdween Ali uit het openbare leven, flink toegetakeld door de ziekte van Parkinson, die hem fysiek en mentaal finaal tegen het canvas mepte op  3 juni 2016.

Op basis van zes jaar interviewen en archiefmateriaal verzamelen, schetst regisseur Ken Burns vijf jaar na Ali’s dood het complete levensverhaal van een uitzonderlijk atleet met invloed die veel verder reikte dan het boksen. “De documentaire bevat werkelijk alles: het goede én het kwade”, aldus dochter Rasheda Ali.

De achtdelige docureeks ‘Muhammad Ali’ is vanaf maandag 28 maart wekelijks te zien om 22u20 op NPO 2, of waar je ook bent via Pickx.be of de Proximus Pickx-app. Niet gezien? Geen zorgen, met TV Replay bekijk je het programma tot 36 uur later en via de site of de app tot 7 dagen later wanneer jij wil.

Kijk wat je leuk vindt, waar en wanneer je wilt.

Ontdek Pickx Inloggen

Top

Top