Na een welverdiende
rustdag in La Charente-Maritime krijgt het peloton in de
tiende etappe 170 vlakke kilometers langs de Atlantische kust voorgeschoteld. En wie kust zegt, denkt meteen ook aan
wind, dus kunnen de klassementsrenners maar beter hun kuiten spannen voor wat wel eens opnieuw een
waaierspektakel zou kunnen worden.
Waaiers of geen waaiers, de etappe zal sowieso de
geschiedenisboeken ingaan, want de tocht tussen
Île d’Oléron en
Île de Ré zorgt voor een heuse
primeur. Het is namelijk voor het eerst in de Tourgeschiedenis dat zowel de
start- als de
aankomstplaats van een etappe
op een verschillend eiland plaatsvinden.
Soms spelen de
eilanden vooral een rol om
toeristische trekpleisters in de verf te zetten, zoals bijvoorbeeld de
Mont Saint-Michel in 2016 en de befaamde
Passage du Gois tussen het eiland Noirmoutier en het Franse vasteland in 2011. Maar dat hoeft niet te betekenen dat ze ook geen
doorslaggevende rol kunnen spelen en beslissen over winst of verlies in het finale eindklassement.
Zo lag de
Passage du Gois in
1999 een eerste keer op het parcours van de Ronde van Frankrijk. De oversteek, die twee keer per dag overstroomt, zorgde voor een
massale valpartij waarbij onder meer
Alex Zülle zijn kansen op Tourwinst in rook zag opgaan. Meer recent nog speelde de etappe tussen Utrecht en
Neeltje Jans, een kunstmatig eiland in Zeeland, in
2015 een bepalende rol in de eindklassering. In een
geanimeerde rit, die bol stond van de waaiers, raakte onder meer de Colombiaan
Nairo Quintana achterop. De
anderhalve minuut die hij in de etappe, die door André Greipel werd gewonnen, verloor, kwam hij net
te kort om
Chris Froome van het hoogste schavotje weg te houden. Het bewijs dat eilanden niet enkel voor de mooie shots in het Tourparcours worden opgenomen!
Ontdek al het nieuws over de Tour via deze link!