Legendarische wedstrijden: Liverpool's fantastische comeback tegen AC Milan

Heel wat Europese topteams hebben ons de afgelopen seizoenen getrakteerd op spectaculaire comebacks tijdens de Champions League. Denk maar aan de magistrale comeback van FC Barcelona tegen Paris Saint-Germain uit 2017 (6-1). De comeback van de eeuw was echter die van Liverpool tegen het grote AC Milan in 2005 tijdens de finale van de Champions League.

Op papier beschikte AC Milan over de betere ploeg. Coach Carlo Ancelotti kon rekenen op Alessandro Nesta, Andrea Pirlo, Kaka, Paolo Maldini, Andrij Shevchenko en Hernan Crespo. Bovendien waren de Italianen net landskampioen geworden en was het amper twee jaar geleden dat ze de Champions League hadden gewonnen tegen aartsvijand Juventus. 

The Reds, daarentegen, konden geen soortgelijke adelbrieven voorleggen. De ploeg van kapitein Steven Gerrard, Jamie Carragher en Xabi Alonso had de Engelse landstitel net aan hun neus voorbij zien gaan en was gebrand op eerherstel. Te beginnen met het winnen van de beker met de grote oren.

De match begon uitstekend voor AC Milan: Paolo Maldini opende de score al na 52 seconden en scoorde daarmee het snelste doelpunt ooit in een finale van de Champions League. Dat vroege doelpunt gaf Milan vleugels: ze scoorden nog tweemaal en gingen met een verdiende 3-0 voorsprong de rust in. De Engelsen? Die zaten in zak en as. Zich afvragend of ze wel thuishoren in deze finale. Niet enkel de Engelsen hadden twijfels: geen enkele supporter in de nabije omgeving van Istanboel zag nog een waterkans voor Liverpool om minstens drie doelpunten te maken tegen dit indrukwekkende AC Milan.

Wat Liverpool-coach Rafael Benitez tijdens de rust heeft gezegd, weten enkel de toenmalige spelers van Liverpool. Feit is wel dat The Reds na de koffie klaar waren om de match opnieuw naar zich toe te trekken. Niemand minder dan kapitein Steven Gerrard brak de ban voor Liverpool: hij kopte in minuut 54 het belangrijke eerste tegendoelpunt tegen de netten en luidde zo de opstand in van Liverpool.

Enkele minuten later - je gelooft je ogen niet - knalde de Tsjech Vladimir Smicer voor Liverpool de 2-3 binnen en leek zich een wonder te gaan voltrekken in Turkije. Dat gebeurde ook toen niemand minder dan opnieuw Steven Gerrard in minuut 60 aan de bal kwam in het strafschopgebied. Hij werd onderuit gehaald en kreeg een strafschop die Xabi Alonso mocht omzetten. Alonso stelde niet teleur en scoorde de 3 - 3. In amper zes minuten tijd maakte The Reds hun achterstand helemaal goed en stonden de bordjes opnieuw gelijk, tot ongeloof van iedereen die dit aanschouwde.

The Reds bulkten van vertrouwen en hielden AC Milan prima in bedwang tot het einde van de wedstrijd, en zelfs tot aan het einde van de verlengingen. Het was pas tijdens de penalty's dat Liverpool afstand nam van de Italianen dankzij doelman Jerzy Dudek. De Poolse goalie stopte de eerste twee penalty's en kon uiteindelijk ook de poging van Andrij Sjevtsjenko stoppen en dat was Milans laatste kans op de overwinning. 

Liverpool won de shoot-out uiteindelijk met 3 - 2 en won zo voor de vijfde keer in haar clubgeschiedenis de beker met de grote oren. De Italianen uit Milaan waren ontroostbaar: ze hadden de eindoverwinning binnen handbereik maar gristen uiteindelijk toch naast de prijzen. Twee jaar na die oplawaai namen ze wraak: AC Milan troefde in 2007 Liverpool af tijdens de finale van de Champions League en kon rekenen op een klein beetje eerherstel.

Herbeleef ook de historische derby tussen Nederland en België in 1999 met maar liefst 10 doelpunten!