Belgische sporthelden: Tom Boonen beleeft droomdebuut in de hel

Sport |

Voor velen is Tom Boonen een van de allergrootsten. In zijn carrière won hij drie keer De Ronde Van Vlaanderen, vier keer Parijs-Roubaix en werd hij als ‘Tommeke, Tommeke’ op magistrale wijze wereldkampioen in Madrid. Grootse momenten genoeg in de rijke carrière van de Bom van Balen, maar één van de indrukwekkendste was misschien wel die ene kletsnatte Parijs-Roubaix van 2002, toen een piepjonge Boonen na 200 km in de aanval een podiumplaats bemachtigde naast Museeuw. De symbolische wissel van de wacht was een feit.

Door Pickx

Deel dit nieuws

Tornado Tom zal voor altijd een Quick Step legende zijn, maar in het begin van zijn carrière reed Tom nog een jaar voor het Amerikaanse US Postal, de ploeg van Lance Armstrong. In zijn eerste voorjaar als neoprof liet de 21-jarige Boonen meteen zien dat hij een grote toekomst in het verschiet had. Hij werd meteen zevende in Kuurne-Brussel-Kuurne, zevende in de Driedaagse De Panne-Koksijde en zevende in Gent-Wevelgem. En dan wachtte de hel van het noorden.

Gouden tip

Ploegleider Dirk Demol, die in 1988 zelf Parijs-Roubaix won, had ook gezien dat de piepjonge Boonen wel eens zou kunnen verrassen bij zijn debuut in Noord-Frankrijk en gaf hem nog een belangrijke tip mee: ‘De avond voor Parijs-Roubaix heb ik Tom ingefluisterd dat de kans groot was dat er een omvangrijke groep zou wegrijden in de beginfase en dat hij moest meegaan. Dat moest je Tom geen 2 keer zeggen. Hij had al op jonge leeftijd koersinzicht’, aldus de ploegleider aan Sporza.

En die tip bleek van goudwaarde te zijn. Boonen ging mee met de vroege vlucht, een waaier van 33 renners. Een slimme zet, in de kopgroep kon hij namelijk anoniem blijven en zijn krachten sparen. In het peloton zou het voortdurend vechten zijn om ploeggenoot en kopman George Hincapie in stelling te brengen. 

Fan in de VS

Boonen reed vlot mee en commentaarsduo Michel Wuyts en Roger De Vlaeminck wisten niet wat ze zagen, en ook in de Verenigde Staten zat een zekere Lance Armstrong op het puntje van zijn stoel naar de koers te kijken. Hij belde zelfs ploegleider Johan Bruyneel in de ploegauto omdat hij zijn ogen niet geloofde hoe goed die jonge Belg wel niet was.

Na de eerste kasseistroken schoten er van die 33 vluchters nog maar twaalf over, en de 21-jarige Boonen… die bleef maar soepel meetrappen. De kletsnatte en modderige kasseien zorgden voor een heus slachtveld. Renners vielen als vliegen en vlak voor Mons-en-Pévèle vonden topfavorieten Museeuw en Hincapie aansluiting bij de overgebleven vluchters.

De leeuw toont zijn klauwen

Museeuw was net terug van een zwaar motorongeval in 2000 en had nog een afspraak met de geschiedenis. De leeuw testte op de tweesterrenstrook Méringnies op veertig km van de finish zijn benen al eens uit en zag dat de rest geen antwoord op zijn versnelling had. Het oliespoor op Méringnies eiste zijn tol en enkel het US-Postalduo Boonen en Hincapie kwamen ongehavend uit de kasseistrook. Maar de vogel was toen al gaan vliegen.

Later zou Boonen in een podcast van ‘Cyclingnews’ terugkomen op die ontsnapping. Hij beweerde dat hij nog fris genoeg was om op het wiel van Museeuw te springen, maar dat Hincapie kloeg dat het te snel ging. ‘Had hij niet geklaagd, of was hij gewoon sterker geweest die dag, dan hadden we Johan bijgehaald, daar ben ik nog altijd van overtuigd. Niet dat we de nadien hadden kunnen blijven volgen, maar in de eerste vijf, zes kilometer had ik hem kunnen bijhalen. Maar goed, dat is natuurlijk praat achteraf.’

Bierdouche

Tom koos dus voor het ploegenspel en nam zijn kopman op sleeptouw, maar het werd snel duidelijk dat het niet Hincapie zijn dag zou worden. Hij kon maar met veel moeite het wiel van zijn ploeggenoot houden en Boonen moest zelfs wachten op zijn kopman. Toen het zwart voor de ogen van de Amerikaan werd, en hij de gracht in sukkelde, had Tom er genoeg van en ging hij solo verder.

Gek genoeg waren de Belgische fans langs de kant niet opgezet met de jacht op publiekslieveling Museeuw. Boonen werd constant uitgejouwd en kreeg de ene bierdouche na de andere. Maar dat kon de neoprof niet van zijn stuk brengen, hij was in zijn eerste voorjaar bij de profs meteen op weg naar een podiumplek in een monument. Ook Monsieur Paris-Roubaix, Roger De Vlaeminck, was onder de indruk: ‘Tom doet in zijn eerste Roubaix beter dan ik. Dat wil ook al iets zeggen’, aldus de Vlaeminck die bij zijn debuut in de hel vijfde werd. Uiteindelijk kon de Duitser Steffen Wesemann nog aansluiten bij de jonge Belg en verloor Boonen, met een leeglopende voortube, de sprint voor de tweede plaats. Al maakte dat weinig uit, de legende van een nieuwe Belgische wielermessias was geboren.

Profetische woorden

Het podium van Parijs-Roubaix in 2002 blijft een van de meest iconische momenten uit de Belgische wielergeschiedenis. Het publiek zag met de intussen al oudere Museeuw de wissel van de wacht voor hun ogen ontplooien. Bij de symbolische handdruk tussen de twee wielergoden zag de leeuw ook dat zijn opvolging verzekerd was en fluisterde hij de legendarische woorden: ‘Ooit sta jij hier op het hoogste trapje.’ En gelijk had hij! Boonen zou later het record voor meeste overwinningen in Roubaix delen met Roger De Vlaeminck, zonder bierdouches.

Fan van deze reeks? Lees dan zeker ook:

Kijk wat je leuk vindt, waar en wanneer je wilt.

Ontdek Pickx Inloggen

Top

Top