Omloop Het Nieuwsblad, Patrick Sercu in de achtervolging... op zijn vader

Sport | Samen met Edwig van Hooydonck en Sean Kelly is hij de enige renner die drie keer op het podium van de Omloop Het Nieuwsblad (toen onder de naam Omloop Het Volk) stond zonder de wedstrijd ooit te hebben gewonnen. We blikken terug op de uitzonderlijke carrière van Patrick Sercu, de man die zijn hele leven fietste in de schaduw van zijn vader...

Door Tagtik

Deel dit nieuws

Patrick Sercu werd niet alleen Olympisch kampioen op de Spelen van Tokio in 1964, hij was ook de beste pisterenner in de tijd dat de Zesdaagses nog enorm populair waren. Sercu nam deel aan 223 Zesdaagses en daarvan won hij er... 88! Niemand doet beter.


 

De ster van de piste

 
Op de wielerbanen liet Sercu al heel snel van zich spreken: hij won de wereldtitel bij de amateurs in de snelheid op het WK van 1963 dat werd gereden op de wielerbaan van Rocourt in Luik. Hij was nog maar 19.
 
Tijdens zijn lange carrière was hij vaak ploegmaat van Merckx, die een jaar ouder was: ze reden bijvoorbeeld samen bij Faema en Fiat. Samen met de Kannibaal vormde hij een sterk duo op de piste: samen reden ze 27 Zesdaagses, 15 daarvan wonnen ze.


 
Ook sterk op de weg
 
Met zijn sterke dijen en zijn fabelachtige snelheid won hij ook veel wegwedstrijden in de sprint. Zo staan op zijn palmares 6 etappes in de Tour de France, ook al stond hij maar twee keer aan de start van deze grote ronde. In 1974 veroverde hij ook de groene puntentrui. In de Giro wist hij 13 ritzeges te pakken.
 
Even in het geel
 
In 1974, op zijn 30e al, rijdt Sercu zijn eerste Ronde van Frankrijk, in de trui van Brooklyn. Hij pakt zijn eerste en enige gele trui in Harelbeke. De volgende ochtend erna mag hij in die gele trui van start gaan in de ploegentijdrit door de straten van Harelbeke. Hij is welgeteld 9 kilometer en 12 minuten lang in het bezit van de leiderstrui in de Tour. Hij is daarmee nog altijd de recordhouder als renner die het kortste de gele trui heeft gedragen in de geschiedenis van de Tour.
 
De Flandrien wint daarna wel nog drie ritten: in de sprint in Saint-Malo en de dag erna in Caen. Hij wint ook nog in Besançon waar Eddy Merckx, zijn beste vriend, edelmoedig de sprint voor hem aantrekt, ook al zitten de twee renners niet in dezelfde ploeg.

Drie jaar later wint hij drie etappes in de Tour van 1977, waaronder de 12e rit tussen Roubaix en Charleroi, na een solo-ontsnapping van 175 kilometer. Hij komt alleen door op de Muur van Geraarsdbergen, door het Terkamerenbos en over het Beursplein. Jacques Esclassan wint de spurt van het peloton op meer dan 6 minuten.


 
Rittenkaper
 
In rittenkoersen kan hij zijn snelheid vaak uitspelen: 4 zeges in de Dauphine 1977, 2 in Parijs-Nice 1977 of 4 in Tirreno-Adriatico tussen 1969 en 1975. Hij wint ook nog een rit in de Ronde van Romandië 1971 en een in de Ronde van België in 1978.
 
In de klassiekers kent hij minder succes: uitgezonderd zijn overwinning in de semiklassieker Kuurne-Brussel-Kuurne in 1977, behaalt hij wel mooie ereplaatsen in de top 10 in de Primavera of in Vlaanderens Mooiste, maar hij slaagt er niet in een klassieker op zijn naam te schrijven.


 
Drie keer op rij op het podium van de Omloop Het Volk
 
Het dichtst bij een grote klassieker komt hij in de Omloop Het Nieuwsblad (vroeger Omloop Het Volk). Drie keer op rij is hij er dichtbij. In 1974 en 1975 eindigt hij twee keer achter dezelfde renner: Joseph Bruyère, nog altijd mederecordhouder van aantal zeges (3), samen met Peter Van Petegem en Ernest Sterckx.
 
In 1976 staat hij opnieuw op het podium, als derde deze keer, na Willem Peeters en Hennie Kuiper.
 
De droom van zijn vader
 
Hij is er dus nooit in geslaagd om even goed te doen als zijn vader Albert Sercu die in 1947 de Omloop Het Volk had gewonnen en later zijn zoon inwijdde op de wielerbanen. Twee keer een Sercu op het palmares, met een verschillende voornaam, het zou mooi geweest zijn.


 
Groot geworden op een opgeknapte velodroom
 
Albert Sercu had op het WK op de weg in 1947 in Reims maar net naast de wereldtitel gegrepen. Die nederlaag deed hem zo'n pijn dat hij had gezworen om zijn zoon te leren sprinten. Albert wou een wielerpiste voor zijn zoon waar hij kon trainen en restaureerde eigenhandig de oude, vervallen betonnen piste van Rumbeke. De moeite die hij zich getroostte, wierp zijn vruchten meer dan af.
 
Patrick Sercu werd directeur van de Zesdaagse van Gent en werd enorm gerespecteerd in het wielermilieu. Hij stierf in april 2019 op zijn 74e. Aan het einde van zijn leven kreeg hij heel regelmatig het bezoek kreeg van Eddy Merckx.

Lees ook : Omloop Het Volk 1969, de wedstrijd waarin alles voor het eerst gebeurde voor Le Gitan


Kijk wat je leuk vindt, waar en wanneer je wilt.

Ontdek Pickx Inloggen

Top

Top