Deze 11 spelers kozen voor een ander land

Sport | Het komt steeds vaker voor: voetballers meten zich een nieuwe nationaliteit aan in de hoop voor een ander land dan hun geboorteland te mogen spelen.

Door MediaForta

Deel dit nieuws

Het komt steeds vaker voor: voetballers meten zich een nieuwe nationaliteit aan in de hoop voor een ander land dan hun geboorteland te mogen spelen. Maar de regels zijn streng. Zo treedt de FIFA op wanneer een speler eerder al uitkwam voor bijvoorbeeld Burundi en - na twee jaar in België gewoond te hebben - ook wil uitkomen voor de Rode Duivels, remember Mémé Tchité. Helaas voor de voormalige spits van Anderlecht, Standard én Club Brugge lukt zo'n naturalisatie vaker niet dan wel.

Roman Neustädter, Rusland

Een eerste voorbeeld is Roman Neustädter. Geboren in Dnipropetrovsk, Oekraïne en opgeleid in Duitsland, maar spelend voor Rusland. En dat terwijl vader Peter Neustädter ooit voor Kazachstan voetbalde. De middenvelder speelde ooit twee vriendschappelijke interlands met Duitsland, maar stond afgelopen zomer wel tussen de lijnen toen Rusland het tijdens het EK opnam tegen Engeland en Slowakije.

Branko Strupar, België

Ook in België worden wel eens voetballers genaturaliseerd. De meest succesvolle naturalisatie is die van Branko Strupar. De Kroatische Belg streek in 1994 neer bij KRC Genk en speelde vijf jaar later zijn eerste van zeventien interlands voor België. Acht minuten, meer had de bonkige spits niet nodig om te scoren voor de Rode Duivels. Het zou het begin worden van een onvergetelijke Nederland-België waarin Strupar twee keer het net vond.

Alessandro Santos, Japan

Deze van oorsprong Braziliaanse middenvelder is beter bekend onder zijn voetbalnaam Alex en speelde in totaal liefst 82 keer voor de Japanse nationale ploeg. Santos kwam als zestienjarige terecht in Japan, werd er opgeleid en speelde vervolgens zestien jaar in de J-League. Sinds 2014 voetbalt hij voor het eerst in zijn vaderland Brazilië. Met een optreden op het WK van 2002 in Japan zelf en een Aziatische beker in 2004 kan Santos alvast niet ontevreden terugkijken op dit avontuur.

Michel Platini, Koeweit

De gewezen voorzitter van de UEFA is een geboren en getogen Fransman die carrière maakte met Saint-Étienne en Juventus en zelfs Europees kampioen werd met Frankrijk in 1984. Maar een jaar nadat Michel Platini het voetbal vaarwel zei, werd hij gevraagd nog één keer in actie te komen... met de nationale ploeg van Koeweit. Het betrof een vriendschappelijke wedstrijd tegen de toenmalige Sovjet-Unie. Platini werd dus niet genaturaliseerd, maar het blijft op zijn zachtst gezegd zeer opmerkelijk.

Eduardo, Kroatië

Eduardo Alves da Silva werd op jonge leeftijd ontdekt door Dinamo Zagreb. Op zestienjarige leeftijd trok de Braziliaanse aanvaller zodoende naar Kroatië om zijn droom na te jagen. Met succes, want met liefst 73 doelpunten in 109 wedstrijden voor Zagreb kwam niemand minder dan Arsenal aan de deur kloppen. Een succesvolle carrière die leidde tot 64 interlands met Kroatië. In 2014 mocht hij met zijn tweede vaderland deelnemen aan het WK in Brazilië.

Tomasz Radzinski, Canada

Wie het Belgische voetbal volgt, kent ongetwijfeld de voormalige pocketspits van onder meer Anderlecht en Lierse. Tomasz Radzinski streek in 1990 neer in Canada en voetbalde er voor de North York Rockets en de St. Catharines Wolves. Vijf jaar later — de Poolse spits speelde ondertussen voor Germinal Ekeren — werd hij voor het eerst opgeroepen voor Canada. Radzinski zou uiteindelijk 46 keer uitkomen voor 'The Canucks'.

Jonathan De Guzman, Nederland

Het is een droom van vele jongens om samen met je broer voor de nationale voetbalploeg te spelen. De broers Hazard slaagden er onlangs nog in bij de Rode Duivels. Voor de Canadese broers Jonathan en Julian De Guzman zal het nooit zo ver komen. Jonathan verhuisde eind 1999 naar Rotterdam waar hij voor Feyenoord mocht spelen. Daar bleef hij tot 2010, bemachtigde hij een Nederlands paspoort én een plekje bij Oranje. Ook broer Julian verhuisde al vroeg naar Europa, maar koos wel voor het vaderland, Canada.

Adolfo Hirsch, San Marino

Hoewel hij niet de meest Spaans klinkende naam heeft, is Adolfo Hirsch wel degelijk een geboren en getogen Argentijn. Hirsch leek op weg naar een niet al te bijzondere voetbalcarrière. Tot hij in 2009 de beslissing nam om naar de San Marinese voetbalcompetitie te verhuizen. Sinds 2011 komt Hirsch uit voor de nationale ploeg van San Marino. De spits kon echter nog nooit scoren voor of winnen met zijn nieuwe thuisland.

Aleksandar Ðuric, Singapore

Geboren in het voormalige Joegoslavië, maakte Aleksandar Ðuric carrière in Australië en kwam hij toch uit voor de nationale ploeg van Singapore. Het is maar een beknopte samenvatting van de carrière van Aleksandar Ðuric. Na zes jaar voetbal down under trok de Servische spits naar Singapore, waar hij in totaal meer dan tien jaar actief was. Sinds 2007 speelde Ðuric 53 interlands waarin hij 24 doelpunten maakte.

Marcos Senna, Spanje

Marcos Senna werd geboren in São Paulo, Brazilië en voetbalde daar ook vijf jaar. Tot in 2002 Villarreal aan de deur stond. De tot Spanjaard genaturaliseerde Braziliaanse middenvelder maakte bij de Spaanse subtopper zoveel indruk dat Luis Aragonés hem bij 'La Roja' wilde. In vier jaar tijd kwam Senna tot 28 interlands, één doelpunt (tegen Armenië) en een Europees kampioenschap. Voor WK in Zuid-Afrika werd Senna niet meer opgeroepen.

Mauro Camoranesi, Italië

De meest succesvolle naturalisatie in de recente voetbalgeschiedenis is wellicht die van Mauro Camoranesi. De inmiddels gepensioneerde flankspeler werd geboren in Argentinië, maar werd na vijf jaar voetballen in de vaderlandse competitie weggeplukt door Hellas Verona. Twee jaar later, in 2002, zou het grote Juventus hem binnenhalen. Op 12 februari 2003 maakte Camoranesi uiteindelijk zijn debuut voor de 'Squadra Azzurri'. In de zomer van 2006 was de Argentijnse Italiaan één van de spilfiguren die Italië zijn vierde wereldtitel opleverde.

Kijk wat je leuk vindt, waar en wanneer je wilt.

Ontdek Pickx Inloggen

Top

Top